De hoek van Zeeuws-Vlaanderen bij Hulst was voor ons nog een blinde vlek. We waren best benieuwd hoe die omgeving zou bevallen. Dus reserveerden we voor 5-9 september een FarmHouse op camping De Kamperhoek in Vogelwaarde. Een FarmHouse is een soort trekkershut, maar dan met sanitair erbij.
De tocht er naar toe is vanuit Assen natuurlijk best lang en leidde ons via Antwerpen. We dachten dat dat relatief vlot zou verlopen, maar dat viel tegen. Eerst misten we ten noorden van Antwerpen een afslag. Vervolgens kwamen we in een omgeving waar druk aan de wegen werd gewerkt. Maar met wat omrijden kwamen we uiteindelijk toch op de camping aan.
Na het eten, toen het wat koeler was geworden, hebben we nog even wat rond gefietst. Via Vogelfort en Hengstdijk langs een langgerekt meer, genaamd Vogel. Terug naar de camping reden we dezelfde route. Onze voorlopige conclusie: best wel een mooie omgeving met leuke dorpjes.
Op woensdag 6 september bezochten we Breskens, waar Hannemieke met de aanhang een weekje in een huisje zat. We begonnen eerst met een bak koffie en bijpraten. Doordat we de fietsen hadden meegenomen, konden we langs de kust naar Nieuwvliet Bad fietsen. We liepen daar eerst een half uurtje of zo langs de vloedlijn en lieten Joost genieten van de aanrollende golven. Daarna naar een strandtent met zicht op zee voor een lekkere lunch.
Op de terugweg langs dezelfde route merkten we dat het inmiddels behoorlijk warm was geworden. Maar de drukte op het fietspad was er, net als op de heenweg, niet minder om. Weer in Breskens aangekomen nog even een koele frisdrank genomen en daarna de fietsen weer op het rek.
De terugweg duurde behoorlijk langer, omdat we bij Terneuzen werden opgehouden door een open brug. We zagen een heel groot schip heel traag door het land varen op weg naar de haven. Op de camping aangekomen werd snel de schaduw opgezocht.
Donderdag 7 september zat een fietstocht in de planning naar het Verdronken Land van Saaftinge. We fietsten we al vroeg over de landelijke binnenwegen van de camping naar Vogelwaarde. Door Terhole en Graauw kwamen we bij Emmadorp aan, waar het begin van de route langs het genoemde Land is. Voordat we aan die tocht begonnen wilden we het Bezoekerscentrum bezoeken. Tot onze verbazing was dat echter gesloten. Dus hebben we een tijdje op een bankje op de dijk over het Land van Saaftinge zitten turen. Dichtbij heel veel natuurschoon, dat alleen via twee korte wandelroutes te betreden is. In de verte zagen we de havens van Antwerpen en schepen op weg daarheen. Naar links kijkend zagen we de Westerschelde, althans de schepen die daar voeren.
Helaas was het niet mogelijk om buitendijks te fietsen; we misten daardoor het uitzicht over het natuurgebied. Ook na Paal en Baalhoek bleven we binnendijks rijden, al ontdekten we achteraf dat na Paal buitendijks fietsen mogelijk was geweest. Vanwege de hitte besloten we om via Kloosterzande (boodschappen doen) naar de camping te rijden. Om een uur of twee waren we daar weer terug en zochten we snel de schaduw op.
Vrijdag 8 september zaten we weer al vroeg op de fiets. We wilden in elk geval naar Hulst, om het stadje te bekijken. We reden via Vogelfort naar Vogelwaarde en kwamen langs Luntershoek en Vijfhoek (mooie waterrijke omgeving) in het oude stadje Hulst aan. Nadat we daar enige tijd hebben rondgekeken en genoten van de oude structuur van de stad, vonden we het te warm worden.
Omdat het nog een beetje vroeg was om terug te gaan naar de camping, besloten we om even door te fietsen naar de Clingse Bossen. Via de Waterstraat, dit is de oude spoorlijn naar Mechelen, kwamen we in deze bosrijke omgeving en vonden vlakbij de grens meet Belgiƫ een mooi bankje met zicht op een bloeiend bloemenveld. Daar hebben we geluncht en nog een tijdje lekker gezeten.
We zetten vervolgens weer koers naar Hulst en vandaar reden we via Patrijzenhoek en Margret naar Vogelwaarde en vervolgens naar de camping. We waren blij om hier in de schaduw te kunnen zitten. Want opnieuw was het een dag met 30 graden-plus.
Zaterdag was het einde van deze korte vakantie. We hadden al besloten om niet via Antwerpen terug te rijden, maar gebruik te maken van de Westerschelde-tunnel. Daardoor kwamen we op de A58 terecht. Via Breda naar de A27 en bij Utrecht over naar A28. Die verlieten we pas weer bij Assen, maar wel met een lunchstop op de Veluwe.